In het Algemeen Overleg WMO op 1 februari jl. hebben Kamerleden hun zorgen geuit over de plannen voor decentralisering van de tolkvoorziening voor de leefuren naar de individuele gemeenten. Staatssecretaris Van Rijn van VWS heeft toen toegezegd om hierover in februari een brief te sturen aan de Tweede Kamer.
Deze brief is ook een reactie op het onderzoek van Significant naar de harmonisatie van de tolkvoorzieningen voor het leefdomein, werkdomein en onderwijsdomein.
De kabinetsreactie is deze week naar de Tweede Kamer gestuurd. In die Kamerbrief staat beschreven dat de betrokken departementen van VWS, SZW en OCW de komende maanden verder onderzoek willen doen naar een geharmoniseerde, centrale tolkvoorziening in het leefdomein, werkdomein en onderwijsdomein. De departementen voeren dit onderzoek samen met alle betrokken partijen uit. Daarmee is de decentralisering van de tolkvoorziening voor de leefuren van de baan. Na de zomer van 2017 wordt de Kamer geïnformeerd over de invulling van deze harmonisatieslag.
Vanwege de looptijd van het onderzoek en de besluitvorming zal staatssecretaris van Rijn samen met de VNG en het ministerie van Binnenlandse Zaken een overgangsregeling maken voor de tolkvoorziening in het leefdomein, zodat die tolkvoorziening ook in 2018 hetzelfde zal blijven.
De departementen VWS, SZW en OCW zullen binnenkort met de verschillende partijen in overleg gaan om de komende maanden te onderzoeken welke vorm de centrale, geharmoniseerde, voorziening moet krijgen.
Het Platform doven, slechthorenden en tos en de Patiëntengroep doofblinden van de Oogvereniging hebben veel gelobbyd voor een landelijke regeling voor alle drie de domeinen binnen tolkvoorziening en tegen de decentralisatie van de tolkvoorziening en zijn dus tevreden over deze ontwikkelingen.
De brief van de minister vind je hier.